Inzichtelijk slakkenspoor

Als je in de auto zit en haast hebt, zit er altijd zo’n mafkees voor je die alle tijd van de wereld lijkt te hebben.”Ga nou maar gewoon parkeren schat”. Sterker nog, die dag lijkt het op alle fronten Nationale Slomodag. Als je dan op een andere dag relaxed ergens naar toe rijdt dan zit er weer zo’n idiote bumperklever achter je. En je begrijpt, jij en ik zijn nimmer die slomo voor of die idioot achter ons.

Altijd leuk, filosofieboekje pakken. Kan dat niet laten. Hoe menselijk gedrag al eeuwenoud zo basaal is, nog steeds hetzelfde als eeuwen geleden. Misschien nu meer zichtbaar door tv en de sociale media, maar in de kern hetzelfde. In dit digitale tijdperk is de sociale media dan ook een bonus. Een snoepwinkel met een overdaad aan groepsdynamisch snoepgoed voor de geïnteresseerden. Had ik Socrates wel gegund. Des te knapper dat sommige denkers toen al wisten wat nu zichtbaarder dan ooit is. Het lezen hierover helpt mij ook om menselijke beweegredenen en de daaruit voortvloeiende voor mij onbegrijpelijke acties op z’n minst een beetje inzichtelijk te krijgen. En dat zijn er maatschappelijk gesproken nogal wat.

Het ambivalente is dat ik tegelijkertijd ook weer niet al te veel inzichtelijk wil hebben. Na maanden van inzichtelijk geploeter op het persoonlijke vlak. Weg kwijt, inzicht was nodig, is klaar. Ik ga vooruit en ik wil alleen nog maar heel erg vooruit, na een jaar wat niet de boeken ingaat als mijn beste. Toch een inzichtelijke constatering en tip voor mijn mede-zenuwlijers: begin niet pas met revalidatie of enige soort van hulp indien nodig als een soortement van Burn Out al is ingetreden.

Je komt er jaren mee weg, met dat wegwuiven. Want het is net nog niet té. Net nog niet genoeg moe en pijn en met een tandje erbij lukt alles heus wel. Jarenlang. En gaat het vandaag niet, dan morgen wel weer. Totdat die betere morgen, week, maand, al geruime tijd in geen velden of wegen meer te bekennen is. “Jij zit constant te wachten op die goede dag die niet meer komt, zoals je dat gewend was. Verrassing, die komt niet meer”, aldus een van de peuten tijdens het slomolidatietraject. Oké, dat was wat inzicht betreft nogal een eyeopener. ‘Beter’ is dus nogal subjectief. Liever vermijd ik clichés, maar ‘beter’ in een wereld van beperkingen voelt inderdaad als een stap van zeven mijlen. Niet meer een half uur bijkomen van een paar minuten douchen, maar óók gewoon de afwasmachine uitpakken daarna én met een wasmand sjouwen. Kleine dingen die heel groot voelen. Beetje ontwaken ineens, voelt goed.

Ben me al geruime tijd zoveel mogelijk aan het afsluiten voor alles wat ik helemaal niet wil weten. Bevalt prima. Het lullige is dat juist die dingen die je niet noodzakelijkerwijs hoeft en wilt weten spookachtig lijken rond te dolen in je kop. Kruidvatreclame-tunes, de omgeslagen spijkerbroekpijpen van Arno Kantelberg op de bank bij Jinek, het sportbroekje inclusief het loopje van meneer Pukkeltje verderop uit de straat en dat bericht over een vrouw die al veertig jaar niet heeft gelachen om rimpelvrij te blijven. Hoewel, dat laatste is eigenlijk wel heel leuk. Ben vooral benieuwd naar haar partner. Die kan niet anders dan een beperking hebben. Bijvoorbeeld vingerloos. Anders zou je de behoefte om je lachloze vrouw regelmatig te kietelen niet kunnen weerstaan toch? Gewoon, om te checken of ze het wel kan.

Vrouw die nooit lacht

En ik weet wel iets van de denkers, maar wist tot voor kort niet dat Socrates daadwerkelijk vermoord is om zijn ideeën (400 jaar v. Chr. was een god verafgoden slimmer dan zelf nadenken) en dat Aristoteles zijn devote leerling was. Is dat erg? Dat metafysica erg boeiend is en veel minder eng dan het klinkt. Mind you, dat zegt iemand met een posttraumatische wiskundige stress stoornis.

Toevalligerwijs bezocht Oudste deze week een open dag met onder andere Humanistiek als tamelijk nieuwe opleiding. Klonk interessant, vond zij ook, al was het nog niet helemaal duidelijk wát je er nou precies mee ‘kon worden’. Dat concrete is toch wat studenten willen horen en ik snap dat. “Beetje vaag”, werd er geroepen. “Misschien als master”, zei Oudste. Terecht misschien. Maar de vraag is: wat is vaag? Als je je verdiept in de essentie, de oorsprong. Wat is er mis met je af te vragen waarom er 2415 jaar na Aristoteles’ metafysica-geboorte er wereldwijd nog zoveel mensen zijn die het vereren van een God nog steeds boven logica en redelijkheid plaatsen?

En op microniveau, je kind bemoedigen in eigen keuzes. Dat ze vooral zélf keuzes durven en weten te maken. En ja, je hebt het ook over kansen op de arbeidsmarkt en ‘wat levert het (je) op?’. En zie hier mijn dilemma, daarin voel ik mij dus soms falen als ouder. “Iets opleveren” heeft voor mij namelijk zo’n andere betekenis (gekregen) dan wat er vaak maatschappelijk mee wordt bedoeld. En in hoeverre projecteer je je eigen ervaringen en interesses op jouw kind? Ik vind het behoorlijk lastig nogal objectief te blijven wat dat aangaande. Gelukkig heeft het kind ook een vader.

Trouwens, ik ben tegenwoordig die slomo voor je op de weg. Maar ik glij en gedij goed op mijn huidige slakkenspoor. Zwaai je even als je me inhaalt?

2682731