Kunst, licht en een Zwitser

licht_jurken

Het is leuk in een plaatsje te wonen dat veel met het thema kunst heeft. Ook al kijk ik het liefst naar de vogeltjes in mijn eigen achtertuin. We hebben hier als klein dorpje in verhouding veel galeriën en een werkelijk prachtig (nieuw) cultureel centrum. Redelijk wat toneel- en muzikaal talent. Vooral opvallend hoeveel jongeren ook. En al tien jaar het jaarlijkse Kunstmoment, waarin er in en rondom de kern vele kunstenaars uit heel Nederland exposeren. Een trekpleistertje rondom de herfstvakantie. Het thema dit jaar was “Lumineus” en dat is een thema naar mijn hart. Licht. Denk aan mooie dingen zoals op de foto hierboven. Ik houd ervan.

Een ietwat muzikaal, theatraal en eigenzinnig karakter heeft dit dorp. En dat is interessant, omdat het in de basis een doorsnee agrarisch dorp is, waarin iedereen weet wanneer het mais van het land gehaald moet worden en velen dus druk zijn. Waar voetbal toch wel het meest besproken gespreksonderwerp is. Maar ook waar boeren hun weiden beschikbaar stellen voor kunstenaars en mensen zelfs hun huizen en tuinen. Dan loop ik in de werkplaats van mijn neef’s schildersbedrijf ineens kunst te bekijken. Zo gaat dat hier.

Diezelfde neef heeft ook al eens in de jaren tachtig met clubje vrienden (waaronder manlief), twee enorme ballen van papier maché gemaakt en onder een destijds nogal reusachtig fallusachtig kunstobject geplaatst. Inclusief bord met zelfgeschreven tekst “Lullig” erboven. Hilarisch was dat de g van lullig op een acht leek en sinds jaren is deze actie nog altijd bekend als “Lulli 8”. Dus ja, er wordt ook zeker geouwehoerd met de kunst hier.

Het hoort erbij. Dorpsgenoten kijken hier niet zo gauw op van iets. Toneel, cabaret, muziek. Iedereen kent wel iemand hier met een talent. Meerdere zelfs. De jeugdsoos is en blijft sinds jaar en dag een bijzonder mooie plek voor de jeugd. Met talentvolle jongeren die elk jaar weer een professioneel muziekfestival met goede bands op poten weten te zetten (Jannarok) en veel meer. De plek waar ik ooit als snotneus terecht kwam, om de sfeer. En nog steeds levendig is. Die combinatie van nuchtere Tukkers, jong en oud, agrarisch, ondernemend, artistiek talent en de belangeloze inzet van vele vrijwilligers. Mooi is dat.

Paar jaar terug hadden we de “Lichtprocessie” als opening van het Kunstmoment. Prachtig gebeuren. Het leuke is dat een ieder van jong tot oud zich inspant voor zoiets. Inclusief de basisschool. Dus toen nog kleine Jongste liep ook mee met haar eigen gemaakte lantaarn. En alles bij elkaar gaf het een indrukwekkend resultaat.

Digital StillCamera                 lm               DSC_0830

Ik houd van vele artistieke uitingen. Ik vind veel mooi. Maar heel veel ook niet. Ik houd van de stem van en de persoon David Bowie. Maar dat schilderen moet ie maar mooi voor zichzelf doen. Kan heel blij worden van een mooi geschreven boek of een prachtige tekst. Oneindig veel mooie muziek van diverse artiesten. Denk nog steeds aan de bijzondere schilderijen van buurman Jan van het studiehuis destijds of jonge talenten dichtbij die heel mooi blijken te kunnen zingen. En dochters die graag dansen en het ook nog kunnen. Wel reken ik mijzelf ook tot de cultuurbarbaren met mijn kinderlijke genoegen dat ik ervaar bij kitsch. Mijn huis staat er vol mee. Een gruwel voor minimalisten en vele interieurontwerpers.

Ik beschouw mijzelf als een redelijk tolerant kunstkijker. Ik kan veel hebben. Toch begrijp ik dode vogels op een stokje en sommige rare optredens van personen in rare pakken met gekke geluiden niet. “Waarom doen jullie dit toch?” vraag ik mij dan af. Vaag komt na jaren van realisme en inspanning en moet je verdienen. Jammer dat sommige kunstenaars vele stadia overslaan en zonder eerdere verdiensten denken weg te komen met hun geforceerde pogingen van ‘zo vaag mogelijk’ en daardoor het publiek onderschatten en vooral zichzelf overschatten.

Heb meer dan eens bij zo’n gekkegeluidenrarepakken-voorstelling gezeten en ging meestal aan mezelf twijfelen of ik nou werkelijk de enige in het publiek was die er he-le-maal niets van snapte. “Ben ik nou gek of doet iedereen om me heen net alsof?” dacht ik dan. Zenuwachtig word ik daarvan, werkelijk waar. Een grommerig dingetje zwengelt dan aan in mijn hoofd en er begint dan iets te borrelen van binnen en het beste is om dan te verdwijnen voordat ik zelf iets heel raars ga doen of zeggen als tegenprestatie. Wegwezen. Für immer. Niet meer doen. Met uitzondering van de Dogtroep die ik ooit hier in mijn plaatsje zag optreden. Snapte ik ook niks van, maar visueel maakten ze de vaagheid meer dan goed.

Even verderop in de buurt, tijdens een van de Kunstmomenten paar jaar terug, stond een ‘project’ van een kunstenaar met een naam die eigenlijk niemand kent, maar zogenaamd wel hoort te weten. Een zwaar gesubsidieërde Zwitserse kunstenaar die goedgelovige lokale kunstknechten een onafgemaakte ruïne had laten bouwen midden in een een nieuwe woonwijk. Ik zag een paar muurtjes en wat hout. Het leek bijna op een huis, maar deed me denken aan het jaarlijkse huttenkamp uit mijn jeugd. Het bord ernaast met de naam van de kunstenaar en alle sponsoren was bijna groter dan ‘het object’ (zo noem je dat in kunstkringen) zelf. Ik liep er bijna dagelijks langs en begon mij na twee weken zelfs af te vragen of het de bedoeling was dat voorbijgangers spontaan iets zouden veranderen en/of toevoegen aan de Hut van Oom Zwitser. Heb nog even gedacht een geranium in de ontbrekende vensterbank te zetten hangen, maar dat was het wel. Ik vraag mij af hoeveel mensen hebben genoten van dit. Of op z’n minst ‘de bedoeling’ hebben gesnapt. Ik dus niet. Had ook niet de indruk dat het de Zwitser iets kon schelen of sterker, dat ie het eindresultaat überhaupt zelf had gezien. Ben z’n naam vergeten (alsof ik dat ga onthouden), maar vermoed dat ie vanuit een terrasje in Genève of Zürich zich slap heeft gelachen om al die goedwillende bouwers. “Tiefenheim? Ja klar”. En de ober een nieuwe fles champagne liet aanrukken met een vers portie Geschnetzeltes. Even verderop in de vijver had iemand van reflecterende wegpaaltjes zwanen gemaakt die op het water dreven. Briljant simpel, kom er maar op. Heb ik van genoten.

In de doorgaande straat om de hoek zag ik halve plastic poppen met de armen omhoog, in een weitje van een dorpsgenoot, tussen een paar schapen. Ik dacht meteen aan mijn Sinterklaas-surprise voor Jongste van het jaar daarvoor. Toen ik heel veel halve afgedankte Barbies uit elkaar had gehaald en in een schilderij had gedouwd, inclusief zwaaiende armen. “Copycat met je poppen”, dacht ik. En ook, als ik cultureel wat vager (en Zwitserser) was geweest, had ik óók gewoon subsidie kunnen krijgen. Stomme Sinterklaas.

Maar gelukkig is er enorm veel te bewonderen en geniet ik van veel. Bewonderen en verwonderen gaan goed samen. Een thema waar ik nog niet over uitgepraat ben. Jammer hè?

3 gedachten over “Kunst, licht en een Zwitser”

  1. It sounds wonderful to celebrate light. I like the dress lights. Very clever and beautiful. I agree that sometimes art is hard to understand, but I guess it just depends on what we get out of it (liking, not liking, understanding, not understanding). I think we can admire, marvel at, or dislike other people’s creations. It’s our choice, isn’t it?….Great photos in this post! The little ones with their own lanterns must be amazing to see in person.

  2. Dit is dus nog een reden waarom het zo jammer is dat ik niet dichter bij jou woon. Wat jij beschrijft doet mij ook erg aan Oerol denken, waar ik zo van kan genieten, en ook lang niet alles begrijp:-) Ik noem het wel “verwondering”. Of ik het nu mooi vind en snap of niet. Verwondering.
    Xx10

Geef een reactie op Thomas Pannenkoek Reactie annuleren